Krachtige ouders
Prachtige kinderen

'Ik kan niet stilzitten. Er is zoveel te doen!'




Kleuter

Kleuter

Ik wil graag helpen en meedoen met de groten. Ik vind het fijn wanneer volwassenen zeggen wat ze doen zodat ik veel woorden leer en de wereld weer een beetje meer begrijpt.

Ik kijk steeds meer naar de wereld om me heen en maakt vriendjes. Ik leer hoe het gaat op school en hoe ik met anderen om kan gaan. Dat vind ik soms nog wel heel moeilijk! Maar binnen de grenzen die mama of papa of de juf neerzetten voel ik me al super groot.

Initiatief ∞ Schuldgevoel

Peuter/kleuter 3-6 jaar; 

Peuters en kleuters willen de wereld in. Soms gaan ze daar helemaal in op. En soms slaat ineens de schrik toe; ‘kan en mag ik wel zo ver weg?’ Het kind ontdekt:  ‘als ik nee zeg, kom jij in beweging’. Dat is een heerlijke ontdekking. Het geeft een machtig gevoel (‘ik kan de wereld besturen’) maar het roept ook angst op (‘en wie let er dan op mij?’). Het kind voelt tweestrijd, het wil onderzoeken en zelf proberen, maar dan is er ook het gevaar dat ‘mama er misschien niet meer als ik terugkom’ of dat ze ‘boos op me is omdat ik mijn eigen gang ga’. Zo zoekt het kind naar evenwicht in wat kan ik en wat mag ik? 

Taak van de ouder:

  • ruimte geven (‘ga maar kijken!’)
  • positief reageren (‘leuk he, die stoeprandjes om op en af te gaan’)
  • grenzen stellen (‘hier is het niet handig om met zand te scheppen, maar daar kan het wel’)Daarmee geef je én ruimte én je laat merken dat jij er bent om de veiligheid te bieden

Zomaar wat vragen

  • Hoe moedig jij je kind aan om zelf op onderzoek uit te gaan?
  • Ben je zelf als kind veel aangemoedigd om op onderzoek uit te gaan of juist meer begrensd in wat jij wilde?
  • Wat voor invloed heeft dat op hoe jij met je kind omgaat?

Ontdek: Met taal leren sturen

Geef keuzes

“Gaan we wandelen of fietsen?” 

“Wil je om drie uur of om 5 uur naar de speeltuin?”

Met deze vragen geef jij al aan dat je ‘iets’ gaat doen respectivelijk dat je naar de speeltuin gaat. 

In de eerste zin geef je de keuze tussen wandelen en fietsen. Jij hebt dus al besloten dat je iets gaat doen en niet thuis op de bank blijft zitten.

In de tweede zin heb jij bepaald dat je naar de speeltuin wilt, het kind mag bepalen wanneer jullie gaan.

NIET niet

Zeg wat je wel wilt en vermijdt negatief taalgebruik.

Iedereen kent ondertussen wel het verhaal dat je niet aan een roze olifant moet denken want dan zie je er juist een. Ons onderbewustzijn kent het woord “niet” niet. Je kunt niet niet aan een roze olifant denken. Pas wanneer je aan een grijze muis denkt, vergeet je de olifant.

Dat geldt ook voor kinderen. Verbied niet. Zeg wat wel mag.
 
Vraag: “Mag ik een koekje?”
Antwoord: “Jij wilt een koekje. Lekker. Straks als we koffie gaan drinken.” of “Pak een stukje fruit!”

 

Mislukken en teleurstellingen kunnen belangrijke lessen zijn.
Hoe kunnen je kinderen als ze deze lessen missen er ooit achter komen dat ze nergens bang voor hoeven te zijn?

Meer . . .

Serve and return

Video 6:06 min (Engels)
Serve and return, interactie tussen ouder en kind en het verband met de structuur van het brein.