Doen wat ik vraag!
Video 13:38 min Universiteit van Vlaanderen, Prof. Maarten Vansteenkiste (motivatie- en ontwikkelingspsycholoog, UGent)
Ik ben druk bezig om me de regels van de school en het leven eigen te maken. Ik ontwikkel vaardigheden in het doen van steeds ingewikkeldere taken. Ik wil ook mijn ouders het naar de zin maken en doe mijn best om hen te plezieren, want ik wil graag complimenten dat ik het goed doe. Maar ik ontwikkel ook een ‘eigen ik’ en weet steeds meer wat ik wil.
Tot ongeveer mijn twaalfde hebben mijn ouders de meeste invloed, na mijn twaalfde worden vrienden steeds belangrijker voor me. Het is dan fijn wanneer ik al wat zelfvertrouwen heb opgebouwd, dan kan ik in wisselwerking met mijn omgeving onderzoeken wat ik er zelf van vind.
We hebben namen voor alle leeftijdsgroepen behalve voor de groep tussen kleuters en tieners.
Sommige ouders vinden het moeilijk om regels en grenzen te stellen, andere ouders vinden het moeilijk om de regels en grenzen een beetje los te laten. Beide is niet fijn. Het is altijd goed om te onderzoeken waarom je een grens stelt? Is het omdat je vindt dat er anders een gevaarlijke of onveilige situatie ontstaat voor je kind? Of is het omdat je jezelf onveilig voelt als je de touwtjes niet meer in handen hebt?
Scholier 6-12 jaar
In de basisschoolleeftijd staat het leren en het opdoen van (schoolse) vaardigheden centraal; ‘wat heb ik te doen en te leren als ik het wil redden in de maatschappij?’. Dat gaat over taal en reken, maar ook over jezelf leren kennen. Het kind leert hoe hij taken al dan niet succesvol kan aanpakken. De taken worden gaandeweg ingewikkelder; op school, maar ook in de omgang met vriendjes en vriendinnetjes. Psycholoog Erik Erikson beschreef de basisschoolfase als een periode waarin kinderen een gevoel van competent zijn dan wel minderwaardigheid ontwikkelen; door kinderen te waarderen voor wat ze doen leren ze vertrouwen in zichzelf te krijgen (vaardigheid). Als ze veel afkeuring ervaren zullen ze meer twijfelen over hun eigen kunnen, waardoor ze meer op de ander dan op zichzelf vertrouwen (minderwaardigheid). Moedig daarom een kind aan, laat zien dat je zijn inspanning ziet en waardeert en leef zelf voor dat fouten maken erbij hoort.
Taak van de ouder:
Beantwoord bovenstaande vragen samen met je kind. Hoe zitten jullie in elkaar en wat is het effect?
Hoe doe je recht aan het karakter van je kind? En hoe aan je eigen karakter?
Of
Laat je kind ook een tegenstelling verzinnen die je samen gaat onderzoeken of gebruik de kaartenset van de Lemniscaat Loop.
(Corien Snijder, een van de initiatiefnemers van de “Puppycursus”, is oprichter van de Lemniscaat Loop)
Denken dat je macht over je kinderen hebt is een grote illusie. Als ze eenmaal een jaar of zes zijn, zullen ze precies doen wat ze zelf willen.
Tao te King
Video 13:38 min Universiteit van Vlaanderen, Prof. Maarten Vansteenkiste (motivatie- en ontwikkelingspsycholoog, UGent)
Video 5:40 min interview met Jan Geurtz door Harm Edens
Jan Geurtz gooit de top 10 van opvoedingsregels overboord.
Video 19:23 min Engels – Ted Talk
Five dangerous things every school should do